TEKST ASJER WATERMAN
Stinkend jaloers moeten ze zijn geweest, de kinderen uit mijn klas in Amstelveen. Als Joods jongetje op een openbare basisschool legde ik ze maar al te graag uit dat ons lichtjesfeest maar liefst acht dagen duurt, en daarmee natuurlijk veel leuker is dan kerst. Dat ik dan ook acht dagen lang cadeaus zou krijgen verzon ik er voor het gemak, en vanwege de grote overtuigingskracht van deze kleine leugen, maar even bij.
Chanoeka is bij uitstek een feest om flink over op te scheppen. Dat je een dag niets mag eten en vervolgens al je zonden worden vergeven maakt op je vrienden op de basisschool weinig indruk, en een verhaal over bevrijding uit Egyptische slavernij maakt je ook niet snel populair. Maar een verhaal over een klein groepje rebellen dat het opneemt tegen een machtig leger en op wonderbaarlijke wijze weet te winnen? Score! En had ik je al verteld over de acht dagen met cadeaus?
Chanoeka vs Kerstmis
Het doet me denken aan een film die ik in de dagen voorafgaand aan Chanoeka graag terugkijk. In deze film getiteld The Hebrew Hammer wordt het voortbestaan van Chanoeka bedreigd door de evil Santa Claus, die meent dat kerstmis de enige feestdag is die mag worden gevierd in de wintermaanden. Gewapend met tefillien en kopieën van de verfilming van Chaim Potok’s The Chosen is het de taak aan privédetective Mordechai Jefferson Carver om Chanoeka te redden van deze gewelddadige kerstman. En met succes, zeg ik u er voor de zekerheid vast bij. Dat u niet denkt dit jaar weg te kunnen komen met het versieren van een dennenboom. Pak maar vast de koperpoets uit de kast om de chanoekia voor komende december weer glimmend te krijgen.
We halen gigantische chanoekiot van stal en reizen stad en land af.
Dat opscheppen over Chanoeka doen we als Joodse gemeenschap in bredere zin trouwens ook graag. Wie was er bij de openbare seder op de Dam met burgemeester Van der Laan in 2012? Of heeft geluncht in de gigantische soeka op de Mariaplaats in Utrecht vorig jaar? Juist, helemaal niemand. We vinden het namelijk niet nodig om deze feesten publiekelijk te vieren, maar vieren de feestdagen thuis of gaan naar sjoel.
Maar tijdens Chanoeka halen we gigantische chanoekiot van stal en reizen stad en land af om op zoveel mogelijk pleinen, in zoveel mogelijk plaatsen, de chanoekia aan te steken. In het openbaar, samen met de niet-Joodse gemeenschap. Het liefst met een plaatselijke bestuurder die de chanoekia aansteekt. De bestuurder houdt een toespraak, we zingen chanoekaliedjes op het desbetreffende plein, en delen soefganiot uit aan alle aanwezigen.
Waarom nou juist met Chanoeka?
Sommigen zoeken het antwoord in een 19e-eeuwse concurrentiestrijd tussen kerstmis en Chanoeka. Als gevolg van de emancipatie van Joden in Nederland kwamen Joden steeds vaker in aanraking met de niet-Joodse wereld. En dus ook met de vele kerstvieringen die op scholen en verenigingen voor kinderen werden georganiseerd . Een Joods alternatief, een groot Chanoekafeest, moest uitkomst bieden (Bart Wallet in de Benjamin, Chanoeka 2015).
Ongetwijfeld hebben deze ontwikkelingen grote invloed gehad op de manier waarop wij vandaag de dag Chanoeka vieren. Toch is de traditie om tijdens het feest naar buiten te treden met onze chanoekiot veel ouder en wordt al in de Talmoed genoemd: het is een mitswa om de chanoekia bij de ingang van iemands huis te plaatsen. Buiten dus, zodat iedereen het kan zien.
De boodschap van Chanoeka leent zich dan ook zeer voor publicatie. Chanoeka vertelt het verhaal van de gehelleniseerde Syrische koning Antiochus, die allerlei Joodse gebruiken verbood en de tempel in Jeruzalem ontheiligde. Chanoeka herinnert aan het wonder dat een klein groepje Makkabeeërs er in slaagde de tempel en Jeruzalem terug te veroveren. Het kleine kruikje met gewijde olie dat nodig was om de menora in de tempel te laten branden was net genoeg voor één dag, maar bleek voldoende om op wonderbaarlijke wijze acht dagen lang de menora te laten branden.
Chanoeka gaat over… het recht om te zijn wie je bent
Chanoeka gaat over religieuze vrijheid, om het recht om te zijn wie je bent. Niet gek dus dat we tijdens Chanoeka aan de bredere samenleving laten zien dat we er zijn, door de chanoekia voor het raam (of bij de deur, zo u wilt) te zetten of publieke vieringen te organiseren op allerlei plaatsen door heel het land. Daarmee laten we zien dat we bestaan en recht hebben op onze eigen manier van leven, op onze eigen feestdagen.
Dat iedere groep het recht heeft op (religieuze) vrijheid, het recht om anders te zijn, is een mooie universele boodschap die met de rest van Nederland gedeeld moet worden. Als ik één Joods feest zou moeten kiezen dat het verdient om gered te worden, dan is het Chanoeka wel. •