Heel veel voorvechters van abortusrechten in de wereld zijn Joods.
Rebecca Gomperts sierde de cover van de Benjamin voor het Chanoeka 2018 nummer en legde in het hoofdinterview onder meer uit wat ze had meegekregen van haar Joodse vader. Time Magazine heeft haar nu tot een van de 100 meest invloedrijke personen van 2020 uitgeroepen vanwege de hulp die ze op afstand biedt, onder meer in de VS, om de mogelijkheid om zwangerschap te beëindigen open te blijven houden voor vrouwen, ook tijdens corona. In het licht van de vacature bij het Amerikaanse Hooggerechtshof na de dood van Ruth Bader-Ginsburg en de mogelijkheid dat door de invulling daarvan het recht op abortus in de VS nog verder onder druk komt, is haar werk ook zeer betekenisvol. “Een baken van hoop”, zo staat er in Time. Hieronder het interview in de Benjamin uit 2018.
TEKST FERRY BIEDERMANN FOTO’S PATRICK STERNFELD EN WOMEN ON WAVES
Gedreven strijd voor vrouwenrechten
Rebecca Gomperts, 52, zet zich internationaal in voor abortusrechten met haar organisaties Women on Waves en Women on Web. Heel veel heeft ze niet met haar Joodse achtergrond, via haar vader, maar wel constateert ze dat veel activisten voor abortusrechten ook Joods zijn. Hoe landen omgaan met vrouwenrechten is, net als met antisemitisme, een indicatie van hoe het gesteld is met de rechtsstaat en de democratie, zegt ze.
Een onderzoekstafel en een ouderwets staand kamerscherm, zoals je in een dokterspraktijk tegenkomt, staan tegenover een rij computers en naast een tafel met op afstand bedienbare robotcamera’s. Het kantoor van Women on Waves, de internationaal actieve organisatie voor abortusrechten die Rebecca Gomperts bijna twintig jaar geleden opzette, is een opmerkelijke mengeling van medische apparatuur en multimedia hardware.
Het is een weerspiegeling van Gomperts en haar achtergrond. Ze is arts en heeft ook kunst gestudeerd aan de Rietveld Academie in Amsterdam. Ze heeft een zeevaartopleiding gedaan en met Greenpeace gevaren als matroos-arts en ze is een van de meest bekende internationale namen op het gebied van activisme voor vrouwenrechten, met Women on Waves en later Women on Web.
Geboren in Suriname in 1966, kind van een Joodse vader en een niet-gelovige moeder “uit een communistisch nest” uit Enschede, groeide ze vanaf haar derde op in Vlissingen. Het water had een grote aantrekkingskracht en nadat haar moeder haar een keer meenam naar het Greenpeaceschip de Rainbow Warrior toen dat aan de kade van Vlissingen lag, was ze verkocht.
Water en activisme
Women on Waves kwam voort uit haar tijd bij Green- peace. Ze werkte toen al in een abortuskliniek in Neder- land, wat ze “heel bijzonder werk” noemt, maar ze begon daar oorspronkelijk vooral omdat het in de buurt was van waar ze woonde. Dat abortusrechten internationaal helemaal niet vanzelfsprekend zijn, was niet iets waar ze zich toen al mee bezighield, “dat leren ze je niet op de medische opleiding.”
Die openbaring kwam pas later. “Ik ben er pas achter gekomen toen ik met Greenpeace in Mexico was en ging vragen, hee, hoe zit het hier eigenlijk met abortus? Toen bleek dat het iets was waar je niet over mocht praten.” Het idee van Women on Waves is relatief simpel, op een Nederlands schip gelden in internationale wateren Nederlandse regels. Dus vrouwen ophalen in de haven van een land waar abortus illegaal is en ze dan buiten de territoriale wateren behandelen, met een abortuspil, moet kunnen, toch? In de praktijk dus niet, zelfs landen die min of meer rechtsstaten zijn, proberen dat op allerlei, openlijke en onderhuidse, manieren te blokkeren
De tendens is bijna altijd dat ze ons willen tegenhouden.
“De tendens is bijna altijd dat ze ons willen tegenhouden. Dus we hebben bijna altijd rechtszaken. Of, bijvoorbeeld in Marokko, worden we er zonder meer uitgezet, zonder uitleg, zonder papier. De advocaat kon niet eens iets doen. Zelfs de Nederlandse consul durfde niets te doen.” Ze verbindt de vrouwenrechten sterk aan de algemene mensenrechten. Vaak ziet ze het als haar taak om aan mensen duidelijk te maken dat het recht van de vrouw om te beschikken over haar eigen lichaam een fundamenteel recht is, en als het daar slecht mee is gesteld dat het ook met andere rechten niet zo goed gaat.
De acties van haar organisaties werken onder meer door een beeld te schetsen: “Dat een regering probeert vrouwen te controleren en het recht op zelfbeschikking te ondermijnen en dat je je daartegen verzet en dat het allemaal vrouwen zijn die het doen. De maatschappelijke discussie die het teweeg brengt, de gewaarwording in zo’n land, het plaatst zo’n discussie in een heel andere context.”
Ze is trots op de bereikte resultaten. Dat Ierland eerder dit jaar per referendum stemde om abortus te legaliseren, komt ferm op het conto van haar organisaties. Vooral de abortuspillen die vrouwen via Women on Web konden bestellen via het internet, vormden de doorbraak. Het hek was van de dam: “We toonden aan: het gebeurt in Ierland, vrouwen doen het. En dat was voor politici de aanleiding om hun standpunt te veranderen of in ieder geval te zeggen: ‘Dan moet het gereguleerd worden’. Want ze konden het niet stoppen. Ze zeiden ook: the genie is out of the bottle.”
Abortusrechten en Joden
Haar activisme komt voort uit een sterk algemeen gevoel voor rechtvaardigheid, wat ze deels toeschrijft aan de communistische achtergrond van haar moeder en de Joodse achtergrond van haar vader.
“Ik denk dat het eigenlijk pas veel later is gekomen dat ik wel een verband ben gaan zien tussen een aantal dingen. Heel veel van de voorvechters van abortusrechten in de wereld zijn Joods. Bijvoorbeeld dokter Morgentaler in Canada, die ik nog heb ontmoet. Door hem is daar de wetgeving veranderd.”
Ze noemt namen als Simone Weil: “En ook veel artsen en verpleegkundigen die ik in Amerika heb ontmoet en die zich hiervoor inzetten, blijken toch een Joodse achter- grond te hebben.
– Vreemd, toch?
Ik weet niet of dat vreemd is. Ik denk dat er wel
een verband is met de vervolging, alle religieuze vervolgingen die er zijn geweest. Het hele humanisme komt natuurlijk ook voort uit de Jodenvervolgingen van de Middeleeuwen. Ik denk dat het niet zo vreemd is dat dat ook leidt tot een andere levenshouding en dat je er dan ook iets aan gaat doen. Dat je dan zegt: ‘ik ben het ermee oneens dat die wet er is en ik vind dat vrouwen geholpen moeten worden.’ En dat de vrijheid van het individu, zelfbeschikking, een heel erg belangrijk concept is geworden.
– In het Jodendom zelf is de positie van de vrouw ook niet altijd even fantastisch.
Ja, maar met religie is dat zo. Het heel letterlijk nemen van alle religies leidt nergens tot enige rechten, of een positie, voor de vrouw. Ik vind het niet zo interessant om daar naar terug te gaan. Het maakt niet uit welke religie, je hebt altijd mensen die het heel fundamentalistisch belijden.
– Heb je iets van je vader meegekregen daarin?
Het is opvallend dat heel veel Joden die gevlucht
zijn medicijnen gingen studeren, ook omdat ze veel andere dingen niet mochten, vroeger. Er is zeker een geschiedkundige uitleg voor. Mijn vader was bouwkundig ingenieur maar hij wilde wel arts worden. Daarvoor kreeg hij geen beurs om in Nederland te studeren, dus het werd werktuigbouwkunde.
– Je bent in Suriname geboren?
Ja, ik heb er gewoond tot mijn derde. Ik herinner het me niet, natuurlijk, maar toen ik op bezoek ging herinnerde ik me de geur, wat een heel typische geur is. Als je op Zanderij (het vliegveld van Paramaribo, red.) aankomt, dat is een limbische reactie, wat een heel fijn gevoel geeft. Ik ben vorig jaar met mijn vader en mijn kinderen terug geweest en we zijn met z’n allen gaan rondreizen. Dus ook naar Jodensavanne geweest, naar de synagoge en al die plekken waar mijn vader is opgegroeid. Dat was heel bijzonder.
Dat hij dan altijd zijn keppeltje vergat en een zakdoek opdeed met vier knopen. Daar moesten we altijd ontzettend om lachen.
– Dus hij was toen hij opgroeide echt wel onderdeel van die Joodse gemeenschap daar. Hoe vond je het om dat te zien? Het was gewoon leuk. Verder heb ik geen sentimentele gevoelens bij mijn Joodse achtergrond. Ik ben natuurlijk niet Joods want mijn vader is het, mijn moeder niet en
ik dus ook niet. Ik vier geen Joodse feestdagen, ik doe er helemaal niets mee. Ik ben totaal niet religieus, of heel erg voor Israël. Dat is vooral iets om over te bekvechten.
– Dat is dan toch wel weer heel Joods. Maar verder heb je van je vader daar niet veel van meegekregen, als je meeging naar Joodse begrafenissen en feesten, zoals je zei?
Ik weet alleen nog dat hij dan altijd zijn keppeltje vergat en een zakdoek opdeed met vier knopen. Daar moesten we altijd ontzettend om lachen.
– Maar de link tussen je achtergrond met wat je nu doet, je inzetten voor abortusrechten, is het humanisme?
Ja, maar dat is nooit echt zo bewust geweest. Het is meer achteraf dat ik dat dan heb gereconstrueerd. Mijn moeder is wel humanist, totaal areligieus.
Vrouwenrechten als canary in the coalmine – Hoe zit het met vrouwenrechten in landen die het niet zo nauw nemen met de mensenrechten. Ze hebben daar toch veel andere dingen om zich druk over te maken?
Dat klopt maar in veel landen waar de democratie en de rule of law, de rechtsstaat, wordt ondermijnd, in Polen, Hongarije, de VS nu, zie je dat het eerste dat wordt teruggedraaid abortus- of vrouwenrechten in het algemeen zijn. Je kan daar een link zien.
– Het is dus ook een soort canary in the coalmine, vrouwenrechten? Dat zeggen Joden ook over antisemitisme als het weer de kop opsteekt.
Dat is ook zo, denk ik. Het is natuurlijk ook logisch dat wat de meest kwetsbare groepen lijken te zijn, dat het eerste voelen.
Plotseling wordt de brutaliteit waarmee het gedaan wordt groter want er hoeft geen rekening meer gehouden te worden met enige rechtsstaat.
– Hoort Amerika thuis in dat rijtje?
Absoluut. Er waren al heel veel staten waar, door de anti-abortusbeweging, de toegang tot abortus heel erg is beperkt. In sommige staten is nog maar één abortuskli- niek waardoor vrouwen soms uren moeten rijden. Maar het probleem is daar ook armoede waardoor sommige vrouwen het zich helemaal niet kunnen veroorloven.
– Is het daar ook een canary in the coalmine of is het altijd al zo geweest in de VS?
Ja, ik denk dat het de laatste jaren wel een stuk slechter is geworden. Dat is natuurlijk iets dat er al heel lang aan zat te komen, vanaf de benoeming van zoveel conservatieve rechters onder Reagan in de jaren tachtig. Het is een
heel lang traject geweest waarin nu het tipping point komt. En dat is natuurlijk ook met het ondermijnen
van rechtsstaten in andere landen zo gebeurd, in Polen ook, dat is iets dat al heel lang gaande is, Turkije ook. Plotseling wordt de brutaliteit waarmee het gedaan wordt groter want er hoeft geen rekening meer gehouden te worden met enige rechtsstaat want die is al helemaal ondermijnd.
Ook Nederland niet ideaal
– Dan zijn we hier in Nederland toch redelijk goed af, het is hier toch allemaal behoorlijk geregeld?
Nee hoor, daar ben ik het helemaal niet mee eens. We lopen behoorlijk achter. Als het goed geregeld was,
zou het zo zijn dat de vruchten van wetenschappelijke vooruitgang ook in de praktijk worden gebracht. Met de abortuspil heb je helemaal geen aparte klinieken nodig. Je zou gewoon naar je huisarts moeten kunnen gaan om die pil voorgeschreven te kunnen krijgen om dan naar de apotheek te gaan. Het is precies hetzelfde als een miskraam, er is geen enkele reden waarom een vrouw uit Zeeland naar Rotterdam moet reizen om een abortus te kunnen krijgen, dat is een schande.
Het is helemaal geen goede zorg hier, eerlijk gezegd. Het zit nog steeds in de strafwet. Een arts in een ziekenhuis die geen vergunning heeft en een abortuspil voorschrijft, kan gewoon vier jaar naar de gevangenis gaan. Het is achterhaald, het past niet meer in de tijd, in de vooruitgang in de mensenrechten en de wetenschap die is geboekt. Maar ja, we hebben hier nog steeds de christelijke partijen die meeregeren. Het is ook nog steeds taboe
want het moet allemaal niet te makkelijk worden voor vrouwen. Er zit nog een enorme hoop veroordeling in, het wantrouwen naar vrouwen toe is hier ook nog heel erg groot. Als je zegt: ‘Vijf dagen bedenktijd is toch wel heel goed’ zijn de meeste mensen het ermee eens: ‘Ja, het moet niet te gemakkelijk worden’. Waarom niet?” •