Chaja Polak – “Zij was er bij!”

Geschreven op: 26-01-2023
Delen:
Januari 2023, 78 jaar na de bevrijding van Auschwitz en vlak voor de International Holocaust herdenkingsdag komt de Claims Conference met opmerkelijk nieuws over onwetendheid en ontkenning onder de Nederlandse bevolking, vooral het jongere segment. De cijfers zijn schokkend te noemen, maar we moeten ook niet uit het oog verliezen dat dit een proces is dat al jaren gaande is en dat de onwetendheid en/of onwil om meer over het eigen verleden te weten zich niet beperkt tot Joden en de Sjoa, maar dat vooral in Nederland veel oud leed wordt weggemoffeld. In dit stuk dat vorig jaar, 2022, in de Benjamin verscheen, gaat schrijfster Chaja Polak in op een aantal van deze onderwerpen.

Tegen het verwateren van de Sjoa

TEKST FERRY BIEDERMANN FOTO T. POSTHUMA DE BOER

Voor schrijfster Chaja Polak ligt de toekomst van het herdenken bij de literatuur, en specifiek de getuigenisliteratuur van auteurs als Primo Levi en Marceline Loridan- Ivens. Ze spreekt zich uit tegen het nivelleren van alle ervaringen, het verwateren van de herinnering aan de Sjoa en het gebrek aan kennis bij mensen die beter zouden moeten weten. En hun kritiekloosheid.

Polak, 80, is tijdens de oorlog geboren en was er als kind in de onderduik getuige van hoe haar ouders werden opgepakt en afgevoerd. Alleen haar moeder kwam terug. Als de overlevenden van de Tweede Wereldoorlog er niet meer zijn, zegt Polak, dan kan de literatuur het verleden nog enigszins levend houden.

“Mijn moeder was voorzitter van het Auschwitz Comité en zei altijd: ik moet getuigen. Kijk, voor de meeste Joden is het helemaal niet nodig want ze denken er elke dag toch wel aan. Maar ik hoor mezelf ook zeggen: ik moet getuigen. Het is al op grote schaal verwaterd en als de overlevenden er niet meer zijn dan moeten mensen van de generatie van Natascha van Weezel het overnemen en dan is literatuur een enorme steun.”

Het witwassen van Nederland
Haar fictie is sterk verankerd in de Joodse ervaring en haar eigen verleden, maar het meest directe en recente voorbeeld van het denken van Polak over hoe we als maatschappij omgaan met de Tweede Wereldoorlog is
te vinden in haar non-fictie boek De man die geen hekel had aan Joden uit 2018. Het is een met haar eigen leven verweven weerwoord op het boek Oorlogsouders van Isabel van Boetzelaer. Die pleitte daarin haar vrijwillig tot de Waffen-SS toegetreden vader vrij en zette hem neer als slachtoffer van de omstandigheden.

Het is precies dit soort nivellering van de slachtoffers en de feitelijke daders waar Polak tegen ageert. Erger nog dan het boek zelf, vond ze de aanvankelijk kritiekloze houding van de media die ruim aandacht aan van Boetzelaer schonken. Pas nadat Polak het voortouw nam in het geven van een weerwoord, werden er hier en daar kanttekeningen bij Oorlogsouders geplaatst.

Het is daarom des te schokkender dat onlangs opnieuw eenzelfde soort misser is begaan door niet alleen de Nederlandse, maar ook de internationale media met Het verraad van Anne Frank, het boek van het zogenoemde cold-case team. Van de conclusies van dat boek is niets meer heel, maar het kwaad is al geschied, zegt Polak.

“Het gaat erom dat te veel Nederlanders de andere kant uitkeken.”

“Wereldwijd verschijnen dan koppen met: ‘Een Jood verraadt een Jood’ en dat is dan nooit meer te herstellen.” Het is niet minder erg dan andere openlijke antisemitische incidenten en scheldwoorden, zegt ze. “Het is wel van
de categorie: ‘Joden hebben het aan zichzelf te danken,
die verraden elkaar’. Dat is wat blijft hangen.” En toen duidelijk werd dat ze fout zaten, hebben de media niet eens een grote en duidelijke mea culpa geplaatst en hand in eigen boezem gestoken, zegt Polak.

Het is een houding die haar erg stoort. “Het zou mij lief zijn als mensen Anne Frank met rust lieten en niet over haar rug heen succes zouden najagen. Het is nooit meer te achterhalen wat er is gebeurd. Het gaat er om dat te veel Nederlanders de andere kant uitkeken en dat Joodse Nederlanders zijn gedeporteerd en de koningin in Engeland nooit heeft opgeroepen: Nederlanders, redt onze Joodse Nederlanders, doe alles om ze te helpen. Nooit.”

Het begint met woorden
Bij de herdenking van de Tweede Wereldoorlog wordt dat soort introspectie ook niet meegenomen in Nederland, anders dan bijvoorbeeld in Duitsland. Het ergste vindt ze nog dat er daardoor geen lessen worden getrokken uit het verleden en dat alles vervlakt. “Juist door het vervlakken, door het niet weten, heeft zoiets kunnen gebeuren zoals nu weer met die cold-case groep. Door het vervlakken krijg je ook dat je de signalen niet meer herkent die hebben geleid tot de genocide. Het begint met woorden.”

Polak ziet het nut van herdenken vooral als een les, dat het nooit meer mag gebeuren en dat we alert moeten blijven. “Als Moslims of zwarte mensen worden weggezet, voelt dat voor mij eigenlijk net zo. Die gevoeligheid voor het wegzetten van een groep geldt natuurlijk niet alleen voor Joden, al kunnen we niet anders zeggen dan dat dit het dieptepunt is geweest in wat de mens de mens heeft aangedaan, op deze industriële schaal.”

“Wij kunnen dat vertellen als Joden.”

Maar ook vanuit de Joodse gemeenschap is er niet altijd evenveel begrip voor de ander en wordt soms het verwijzen bij herdenkingen naar andere vormen van racisme gezien als het verwateren van de betekenis van
de Sjoa. Polak heeft daar een ferm antwoord op: “Dat ligt eraan hoe je het doet. Als je zegt: pas op, kijk naar de woorden die we gebruiken. Als Moslims worden weggezet, mensen van kleur worden weggezet, weet wat er kan gebeuren, hoe gevaarlijk dat is, hoezeer je dat niet moet doen, dat dat het begin kan zijn, hoe verkeerd dat is. Wij kunnen dat vertellen als Joden.”

Toch heeft herdenken ook voor Joden als groep wel een betekenis, verduidelijkt ze na enig aandringen. “Dat gevoel dat je niet helemaal alleen bent met je verdriet en dat er, ook landelijk, aandacht aan besteed wordt, is ontzettend fijn.”

Haar boek De man die geen hekel had aan Joden vormt ook de basis voor een voorstelling van Theater Na de Dam waar Polak veel waarde aan hecht. Vooral de reacties van sommige jongeren die na afloop met haar in gesprek gaan, raken haar. “Ze wijzen dan naar me en zeggen: ‘Zij was er bij’!” •

Ontvang updates van Benjamin online

Via de email updates over nieuwe artikelen van de Benjamin online ontvangen? Laat je mailadres achter.
* Vereist veld

Ontvang Benjamin alerts zodra er wat nieuws geplaatst is.




Blijf op de hoogte

Ontvang de tweewekelijkse nieuwsbrief van JMW in je mailbox
Ja, ik wil mij aanmelden